Een vrouw van 53 werkt in het onderwijs, in een organisatie die voortdurend aan het veranderen is. Reorganisatie volgt op reorganisatie. Daarnaast is ook de inhoud van haar vakgebied in beweging. Het doet een groot appèl op het aanpassingsvermogen van de medewerkers, waarbij de druk om te presteren steeds hoger wordt. Thuis is ze echtgenote, moeder, familielid en vriendin en al die rollen wil ze graag zo goed mogelijk vervullen.
Na een aantal jaar komt ze ziek thuis te zitten. Ze is chronisch moe, kan moeilijk informatie opnemen en heeft geen energie meer om sociale contacten te onderhouden. Ze voelt zich labiel en heeft een schuldgevoel omdat ze er niet in slaagt alle ballen in de lucht te houden.
Tijdens de herstelperiode werken we zowel aan haar fysieke herstel als aan bewustwording van de oorzaken. Dat de verzuimbegeleiding vanuit de organisatie te wensen over laat, is niet behulpzaam voor haar herstel. Pas na anderhalf jaar is de reïntegratie voltooid. De vrouw is weer in haar oude functie aan de slag, wel wordt er nu in haar takenpakket rekening gehouden met haar niet oneindige belastbaarheid. De organisatie vaart nog steeds dezelfde koers zodat ook twee van haar collega's ziek worden.