Een man (32) werkt fulltime en is daarnaast semiprofessioneel sporter en muzikant. Hij wil te veel en kan te veel. Hij komt thuis te zitten omdat hij letterlijk tot niets meer in staat is. De bedrijfsarts verwijst hem naar mij. Uit de diagnose blijkt een ernstige en acute burn-out. Hij blijft vier maanden thuis en werkt in die periode actief aan het op orde brengen van zijn hormoonhuishouding. In overleg met de man, zijn leidinggevende en de bedrijfsarts wordt een reïntegratieplan gemaakt. De man kiest ervoor zijn werk op de eerste plaats te zetten. Sporten en musiceren doet hij voortaan als hobby, omdat het hem energie geeft.